MONUMENTALE BEELDEN
HANNEKE MOLS-VAN GOOL (1933-2020)
"Voordat ik aan een beeld begin, loop ik vaak langs de ruwe steen.
Ik raak hem aan en hak er stukjes vanaf om er vertrouwd mee te worden. De uiteindelijke vorm ligt al in de steen besloten. Schetsen op papier zijn overbodig."
In haar beelden zoekt Hanneke voortdurend de grenzen van het materiaal op, door delen zo dun te maken dat de spanning ze net niet doet breken. Of door zware stenen te laten zweven op plexiglas, of stenen onderdelen in elkaar te schuiven en met elkaar te laten balanceren. Ze bewerkt de steen met hamer en beitel, slijper en slijptol om uiteindelijk met schuurstenen en schuurpapier het oppervlak gedeeltelijk glad te polijsten. Dit arbeidsintensieve en zware proces kan bij grote monumentale beelden een half jaar in beslag nemen.
Haar inspiratiebronnen zijn architectuur, landschappen door de seizoenen heen, haar vier kinderen (vroeger met hun kindertekeningen, nu door hun interesses in archeologie, kunst, beeld, vorm en taal), dansvoorstellingen en reizen. Soms zijn tijdens wandelingen gevonden voorwerpen het uitgangspunt van een beeld, bijvoorbeeld verroeste ijzeren staven die nu dienen als roeiriemen van een stenen boot. Maar ook de samenwerking met (tuin)architecten en de opdrachten die ze samen met hen verwezenlijkte hebben haar werk ontwikkeld.
De toeschouwer is vrij Hanneke's werk op eigen wijze te interpreteren. Fijn vindt ze het als mensen haar beelden aanraken, want de impuls om te voelen is er alleen als je er iets mee hebt.